Als coach ben je altijd in de weer met mensen en hoe mensen met elkaar omgaan. Het is wel eens lastig om dat los te laten. Zo was ik een keer op vakantie in Kroatië en zag daar een jong gezin. Vader, moeder, een jongen van een jaar of vijf en een meisje van een jaar of drie. Het meisje had een stoma en stond in haar badpakje met zwembandjes te kijken hoe haar vader en haar broertje met een rubberbootje in de weer waren. Ze deed haar best om te helpen het bootje naar het water te brengen, duidelijk in de hoop mee te mogen varen. Maar dat mocht niet van haar vader: “Jij past er niet meer bij.” Ze liep huilend naar haar moeder. Die troostte haar niet, kwam niet voor haar op, maar gaf haar een snoepje. Haar vader en broer kwamen terug. Je zag haar hopen: “Nu mag ik in het bootje.” Maar nee. Vader zei: “Nu is het klaar, ik wil even lekker liggen.” Even later was er een nieuw speeltje, een duikbrilset. Het meisje wilde de bril graag even opzetten. “Nee, mag niet, die is te groot voor je” zei haar vader. Als je héél lief bent krijg je er misschien vanavond ook een.”
Wat me die dag zo raakte is dat er op geen enkele manier rekening gehouden werd met het meisje. Ze voelde zich duidelijk verloren. Wat haar geleerd werd is dat zij er niet toe doet en dat is in mijn ogen het ergste wat je een kind kunt meegeven.